Anderstaligheid binnen de voorschool
Het lerend netwerk 'pedagogisch coaches en beleidsmedewerkers gesubsidieerde voorscholen' bestaat twee jaar. Het lerend netwerk werkte onder andere aan het thema 'anderstaligheid binnen de voorschool' en maakte een documentaire. Een interview met Ellie Vangangelt, procesbegeleider van dit lerend netwerk'.
Waarom zijn jullie met dit lerend netwerk gestart?
De samenstelling van de groepen op de Almeerse voorscholen is de afgelopen jaren sterk veranderd. Het merendeel van de kinderen spreekt thuis een andere taal dan het Nederlands. De vraag waar we in het Lerend netwerk mee startten was daarom: “Hoe kunnen we Pedagogisch Medewerkers (PM’ers) helpen om meer kennis op te doen over taalstimulerende activiteiten voor deze anderstalige en meertalige kinderen van 2,5 tot 4 jaar?”
Tijdens de verkenningsfase, waarin we verschillende bronnen bestudeerden, ontdekten we echter dat hier nog een belangrijke stap aan voorafgaat: bewustwording bij medewerkers van wat taal betekent voor iemands identiteit, en hoe belangrijk het is dat (anderstalige) kinderen en hun ouders zich veilig en gezien voelen op de voorschool. Alleen wanneer dit het geval is, kunnen kinderen tot ontwikkeling en leren komen en kan een sterk educatief partnerschap met ouders worden gevormd.
Wat was het specifieke doel waar jullie de afgelopen twee jaar aan hebben gewerkt?
Ons doel was om op de werkvloer meer bewustzijn te creëren over wat het voor anderstalige ouders en kinderen betekent om naar een voorschool of kinderopvang te gaan. Hoe voelt het om de taal niet te spreken? Of om je minder begrepen of gezien te voelen?
Om dit bewustzijn te vergroten, hebben we beeldmateriaal geselecteerd (zoals uit dr. Nasrs Wunderkammer) en daarbij reflectievragen bedacht. Deze aanpak werkte goed voor de deelnemers en hun directe collega’s (coaches en beleidsmedewerkers), maar uit een kleine pilot onder PM'ers bleek dat het materiaal niet voldoende aansloot bij hun dagelijkse praktijk.
In het tweede jaar besloten we daarom om zelf een documentaire en gesprekskaarten te ontwikkelen als hulpmiddel voor verdiepende gesprekken met PM'ers. De focus lag hierbij op het versterken van zowel hun cultuursensibiliteit als taalsensitiviteit. We hebben hiervoor samengewerkt met een professionele documentairemaker. Samen hebben we nagedacht over wat we wilden laten zien en welke interview vragen we moesten stellen aan ouders, PM'ers en kinderen om de juiste inzichten naar boven te halen. Ook hebben we meerdere feedbackrondes ingebouwd voor zowel de documentaire als gesprekskaarten.
Wat heeft jullie lerend netwerk opgeleverd voor (de kinderen in) Almere?
In het eerste jaar hebben de deelnemers in de verkenningsfase veel geleerd over taalstimulering van anderstalige kinderen en het integreren van thuistalen in de groepen. Deze kennis is direct op verschillende groepen ingezet, bijvoorbeeld via (digitale) prentenboeken in diverse talen en het gebruiken van vaste zinnen bij dagelijkse rituelen.
In het tweede jaar voerden de deelnemers, door de vooraf opgestelde interviewvragen, gesprekken met PM'ers en ouders die ze eerder nooit hadden gevoerd. Ze ontdekten daarbij zaken die ze nog niet wisten. De belangrijkste opbrengsten zijn uiteraard de documentaire ‘Stel je Voor’ en gesprekskaarten. Deze worden nu gebruikt bij coaching in de voorscholen, waardoor Almeerse Pedagogisch Medewerkers (nog) beter in staat zijn om een inclusief en veilig groepsklimaat te creëren, waarin kinderen en ouders zich gezien en gehoord voelen. In zo’n veilige en inclusieve groepsomgeving kunnen anderstalige kinderen zich optimaal ontwikkelen en leggen PM’ers de basis voor een sterk educatief partnerschap met ouders.
‘Stel je Voor’ is ook vertoond in de Wijkbijeenkomsten Jonge Kind, waar passend onderwijs, JGZ, professionals rond het Jonge ind en de onderbouw van het basisonderwijs vertegenwoordigd zijn. Mogelijk leiden de daaropvolgende gesprekken tot aanpassingen in de visie en aanpak gericht op anderstalige kinderen en hun ouders. De documentaire vindt ook zijn weg naar onderwijsinstellingen, zoals de Ad PEP opleiding van Windesheim, en Hogeschool Inholland heeft ook interesse getoond.
Kinderopvangorganisatie Partou zet ‘Stel je Voor’ in als keuzeonderdeel bij een landelijke studiedag. Ten slotte zijn er enkele belangrijke bijvangsten. Allereerst is het contact tussen de pedagogisch coaches onderling versterkt. Vooral wanneer coaches met weinig of zelfs de enige binnen hun organisatie zijn, is dit ontzettend waardevol. Daarnaast zie ik dat steeds meer organisaties in de stad het belang van rekening houden met thuistalen inzien en oppakken, ook door waar bijvoorbeeld het Lerend Netwerk leidinggevenden voorscholen en het Lerend Netwerk thuistalen op school mee bezig zijn geweest. De neuzen gaan stadsbreed steeds meer dezelfde kant op staan. Tot slot zijn er nieuwe samenwerkingen ontstaan. Als Stedelijk Coaches VE dragen we bij aan de ontwikkeling van een professionaliseringstraject door het Taalcentrum en Windesheim voor PM’ers, gericht op het stimuleren van de Nederlandse taalontwikkeling bij anderstalige kinderen. Dit is niet direct een gevolg van STAA, maar het samenwerken met andere beroepsgroepen binnen STAA heeft hier zeker positief aan bijgedragen.
Hoe heeft het werken in een lerend netwerk aan deze opbrengsten bijgedragen?
Vooral het systematisch te werk gaan was enorm belangrijk. De verkenningsfase hielp ons om een duidelijk doel te formuleren. Dat heldere doel zorgde ervoor dat we tijdens de bijeenkomsten gefocust bleven en voorkwam dat het, zoals een deelnemer het verwoordde, ‘slechts een praatclub’ werd. Tot slot bracht de evaluatiefase in jaar 1 ons het inzicht dat beeldbronnen het beste werken wanneer ze aansluiten bij de dagelijkse praktijk van PM’ers. Dit leidde tot het doel van het tweede jaar: het ontwikkelen van de documentaire en gesprekskaarten.
Waar ben je het meest trots op?
Natuurlijk ben ik trots op de documentaire Stel je Voor en de bijbehorende gesprekskaarten! Daarnaast ben ik trots op de open en veilige leercultuur binnen het netwerk. Deelnemers stonden open voor elkaars inbreng en durfden kritisch-constructieve vragen te stellen zoals: 'Werkt dit eigenlijk wel?' of 'Sluit deze werkwijze wel aan bij onze visie?' Ook lukte het in het tweede jaar om de uitvoering grotendeels door de deelnemers zelf te laten doen, terwijl ik alleen het proces begeleidde. Er was zoveel zelfvertrouwen en gedrevenheid! In januari ga ik met pensioen, maar het feit dat het Lerend Netwerk dit jaar doorgaat met een nieuwe procesbegeleider (Simone Krol), spreekt boekdelen over hoe waardevol de deelnemers de afgelopen twee jaar hebben gevonden.
Download dit interview als pdf bestand.